Er was eens een lepelsnijder die door het land trok en houten lepels verkocht overal in dorpen, op markten, op oogstfeesten en op boerenhoeves waar hij kwam. Vers hout om lepels van te snijden kwam hij onderweg genoeg tegen maar onderdak en een warme maaltijd lagen niet altijd op zijn pad. Er zaten meer houtsnippers in zijn broekzak dan munten om in beiden te voorzien. En toch was hij nog steeds een vrolijke lepelsnijder die genoot van de ontmoetingen onderweg en de houten lepels die hij sneed. Vrolijkheid, vrijheid en een portie vers hout was alles wat hij nodig had op zijn lepeltocht.
En zo wandelde de lepelsnijder op een dag een dorp binnen met een bundel vershout aan zijn knapzak. Hij ging midden op het dorpsplein, op de rand van de waterput zitten en hakte een dikke tak van een hazelaar doormidden. Al snipperend en snijdend riep hij “verse lepels, verse lepels kom en zoek een verse lepel uit, splintervrij gesneden van een verse toverhazelaar!”
Zijn aanwezigheid bleef niet lang onopgemerkt en al snel kwamen de dorpelingen naar hem toe. Een oude vrouw zei: “Je snijdt mooie soeplepels maar ik heb helaas geen soep om te eten’. Een meisje ziet: “Ja, je houten lepels zien er ook mooi uit maar wij hebben lang geen stoofpot of soep thuis gegeten”. Al snel stond er een groepje dorpelingen om de lepelsnijder heen.
De lepelsnijder keek eens rond en zei “Sjee, wat doe ik nu met mijn vers gesneden lepels?
Wat als ik voor jullie allemaal een lekkere stevige soep kook?”
“Ja, soep zou zeker welkom zijn en je lepels ook maar hoe wil je dat doen, want je lijkt toch alleen een kleine knapzak en wat takken bij je te hebben?” Merkte een slimme jongen op.
De lepelsnijder haalde een gladde witte steen uit zijn knapzak en zei: “Dit is een heel bijzondere steen; dit is een soepsteen. Als jullie een flinke ketel voor me hebben en voor een vuur kunnen zorgen dan zal ik met deze steen een heerlijke soep voor jullie allemaal koken.”
De mensen geloofden niet direct wat de lepelsnijder zei, sommige grijnsden en dachten aan een grap, maar een grote ketel was er wel en de dorpssmid had een flink vuur, ze konden het allicht toch proberen. De ketel werd gevuld met water uit de waterput en op het smidsvuur gezet.
Nieuwsgierig zagen de dorpelingen hoe de lepelsnijder de witte soepsteen voorzichtig in de ketel liet glijden. Het smidsvuur onder de ketel werd nog eens goed opgestookt en vol verwachting keken de dorpelingen naar de ketel waarin het water langzaam warm werd en tenslotte begon te pruttelen.
De lepelsnijder zei: “Nu zou er eigenlijk een beetje zout aan toegevoegd moeten worden.”
De vrouw van de smid stond op en haalde wat zout uit haar keuken. “Ik heb ook nog een paar takjes peterselie en wat peper”, zei ze, “zal ik die er ook in doen?” “Ja heel goed”, zei de lepelsnijder,
“Heeft iemand toevallig nog een wortel of een stuk selderij? “ vroeg de lepelsnijder. “Ja, die heb ik nog” zei haar buurvouw. ”Een ui en een prei zouden er ook goed in smaken”, zei de lepelsnijder. “Die heb ik nog in mijn kelder”, zei de overbuurman,“en ook nog wel een aardappel”. “Ik heb nog een restje bonen en een bloemkool”, zei een ander.
Alle dorpelingen haalden iets op en droegen iets bij waardoor de soep steeds gevulder werd en nog lekkerder kon worden. Niet veel later was de soep op het dorpsplein goed te ruiken en maakten mensen aanstalten om borden te halen. De lepelsnijder deelde zijn vers gesneden houten lepels uit en kreeg daarvoor betaald.
Na een poosje roerde de lepelsnijder nog eens door de dikke soep en proefde. “De soep is klaar”, zei hij en schepte alle borden vol.
De dorpelingen smulden van de overheerlijke soep. In lange tijd hadden ze niet zo’n heerlijk volle soep gegeten. En niet veel later was hele ketel dan ook tot op de bodem leeg waar alleen nog de gladde witte soepsteen lag. De lepelsnijder stond op, bedankte iedereen voor het kopen van zijn houten lepels en maakte aanstalten om te vertrekken.
“De soepsteen, de soepsteen”, riep een meisje geschrokken, “U vergeet uw soepsteen, die ligt nog in de ketel.” “Die geef ik aan jou”, zei de lepelsnijder en gaf het meisje de witte steen. ”Hiermee kun je zeker nog wel duizend keer soep koken, als je ’t maar zó doet zoals we het hier vanmiddag samen gedaan hebben.”
“Oh ja”, zei het meisje blij, “Ik ga met deze wondersteen iedere zaterdag voor het hele dorp soep koken, dank u wel!”
De lepelsnijder lachte toen hij dat hoorde en de dorpelingen bedankten hem en gaven hem complimenten voor de heerlijke soep én zijn prachtige verse lepels.
En zo ging de lepelsnijder weer op pad.
Buiten het dorp gekomen, zocht hij bij de beek een mooie witte gladde ronde steen, stopte die in zijn knapzak en liep fluitend verder.
Eemlepel 2022
Als authentiek ambachtelijk lokale lepelsnijder heeft Eemlepel de afgelopen tijd menige lokale beek- en rivieroever afgespeurd en een mooie verzameling soepstenen weten te vinden.
Deze beperkte hoeveelheid soepstenen zijn nu beschikbaar in de Eemlepelwinkel maar ze worden ook gratis bij iedere bestelling van lepelgereedschap of de Zoom Survival Kit of een verse Eemlepel meegestuurd.
Op = Op!
Zolang de voorraad strekt.